Vrijmetselarij in tijden van verwarring

Een getuigenis van een Athanoriaan

De Vrijmetselarij is een oude en, volgens sommigen, misschien een wat stoffige organisatie. Dat neemt niet weg dat Vrijmetselaars ook de weg vinden in de wereld vandaag. Toen me de vraag werd gesteld om deze middag iets over de Vrijmetselarij te vertellen – in een verwarrende tijd, maar zijn er andere? – dacht ik: waarom wordt iemand vandaag Vrijmetselaar? Ik vroeg het, zoals dat tegenwoordig gaat, aan chatgpt. Het antwoord kwam meteen. Sorry, zei de chatbot, ik ben maar een computerprogramma, ik zou niet weten waarom iemand daar vandaag voor kiest. En bovendien: ik kan als een simpel computerprogramma geen lid worden van welke organisatie ook.

Ik paste de vraag dan een beetje aan. Ik vroeg: wat is de Vrijmetselarij vandaag eigenlijk nog? Ook nu kwam het antwoord snel. Ik lees voor wat het hele archief achter de chatbot voor mij vond.

 

Wat is vrijmetselarij vandaag?

Vrijmetselarij is een broederschap die haar oorsprong vindt in lokale gilden van steenhouwers, die vanaf het einde van de veertiende eeuw de kwalificaties van metselaars reguleerden en hun interactie met autoriteiten en klanten beheerden. Vandaag de dag is de vrijmetselarij een diverse wereldwijde organisatie die zich richt op morele en ethische ontwikkeling, gemeenschapsdienst en broederschap tussen haar leden. Het omvat vaak symbolische rituelen en ceremonies. Hoewel de details kunnen variëren , draaien de kernprincipes doorgaans om broederschap, liefdadigheid en persoonlijke groei. Vrijmetselarij is geen religieuze of politieke groep en benadrukt tolerantie en respect voor individuele overtuigingen.

Einde citaat. En dat is het inderdaad zo ongeveer. Het algoritme achter chatgpt lijkt zelf helemaal klaar om te worden ingewijd. Maar dan blijft de vraag waarom al deze mannen een paar keer per maand op een wekelijkse avond naar een wat kouwelijke zaal zoals deze komen, om naar een toegegeven niet altijd even briljante lezing te luisteren en samen wat te eten. Zo’n ouderwetse avond,  op een moment dat er misschien wel voetbal is op televisie of dat die serie waarover iedereen praat op Netflix kan worden gebinged. Het   ant- woord op die vraag brengt ons bij de kern van wat Vrijmetselarij is en wat het voor een mens kan betekenen.

Maar laat ik misschien eerst iets over mezelf vertellen, en tegelijk over de Vrijmetselarij. Mijn naam is H en ik werd een kleine dertig jaar geleden ingewijd in de kleine Tempel hierboven. Athanor was toen nog een jonge en veel kleinere Loge. Ik zei daarnet ‘goede middag’, en dat was geen vergissing. Vrijmetselaars arbeiden bij het Licht van volle middag en dat doen ze in hun Werkplaats. Dat er in de Vrijmetselarij ook echt wordt gewerkt, wordt later in deze uiteenzetting duidelijk. En dan bedoel ik niet alleen dat van Broeders-Leerlingen wordt gevraagd om pintjes te schenken in de bar, die wij de Vochtige Kamer noemen, en de tafel te dekken voor het Broedermaal – het diner. En even terzijde: dat er hier gewerkt wordt, zit ook in de naam van onze Werkplaats: Athanor. Een athanor was de oven waarin alchemisten tijdens de Middeleeuwen in hun zoektocht naar de steen der wijzen probeerden om ijzer om te vormen tot goud. Het woord komt overigens  van het Arabische al tannoer.

Wat u deze middag meemaakt, is wat wij een blanke zitting noemen. Dat wil zeggen dat de Tempel niet is aangekleed met alle attributen die wij normaal gesproken tijdens een zitting gebruiken. U ziet wel allerlei symbolen, een sterrenhemel, een zon en een maan, de zwart-wit geblokte vloer. Ik verzeker u dat de letters J en B op de kolommen bij de ingang daar niet staan omdat we door een bekend whisky-merk worden gesponsord. Daar in het midden staat tijdens onze zittingen een witte zuil waarop een bijbel wordt open geplooid bij het evangelie volgens Johannes. Er branden ook veel kaarsen.

De terminologie is, zoals ook chatgpt begreep, ontleent aan de middeleeuwse gilden en de bouwers van kathedralen, die tot het mooiste behoren van wat onze beschaving heeft voortgebracht. Met chatgpt denken wij graag dat die kathedraalbouwers inderdaad voorafgingen aan latere vrijmetselaarsloges. Of dat zo is, laat ik in het midden. U hebt zeker gemerkt dat enkele Broeders hun schootsvel hebben aangetrokken. Dat moest steenkappers tijdens hun werk beschermen. Maar wij noemen onszelf dus vrije metselaren, des francs maçons. Vrank en vrij. Onbelast met feodale of spirituele horigheid, vrij van maatschappelijke gebondenheid. Ik moet daarbij op dit moment zeggen dat dit mijn verhaal over Vrijmetselarij is en dat dit best kan verschillen van dat van andere Broeders. Wij hebben geen van allen een monopolie op het Grote Gelijk.

U hebt zeker allemaal de muziek herkent, die daarnet werd gespeeld. Het klarinetconcerto van Wolfgang Amadeus Mozart wordt bij elke zitting van onze Loge gespeeld, zowel bij het begin als bij het einde van de Werkzaamheden. Mozart schreef dit concerto indertijd voor zijn Loge en dat was niet ongewoon. De georganiseerde Vrijmetselarij ontstond bij het begin van de 18de eeuw in Londen. Ze kende tijdens het leven van Mozart in de tweede helft van de 18de eeuw in heel Europa een eerste bloeiperiode.

Dat had ook met de maatschappelijke ontwikkelingen van die tijd te maken. Ik heb het nooit wetenschappelijk onderzocht, maar ik had altijd het idee dat mensen elkaar in de zeer gespleten samenleving van die tijd in Loges begonnen opzoeken omdat ze daar in een besloten omgeving vrij met elkaar konden omgaan. De regel geldt alvast ook in onze obediëntie nog altijd dat er in de Tempel niet over godsdienst of politiek wordt gepraat. Een obediëntie, voor een goed begrip, is een verzameling van Werkplaatsen of Loges die dezelfde principes onderschrijven. Vooral in de decennia die aan de Franse Revolutie voorafgingen, werden Loges plekken waar tolerantie en het respect voor de mening van de andere hoog werden gehouden. Ik zeg vaak dat wij, als we ons naar de Tempel begeven, een stap terugzetten in de tijd naar de 18de eeuw, voor de Franse Revolutie. De ideeën van de Verlichting, waarover ook vandaag nog veel te doen is, vonden voor een goed deel hun oorsprong in ruimten zoals deze.

Ik zei dat er in onze obediëntie, in deze ruimte, niet over godsdienst of politiek wordt gepraat. Dat is wellicht niet het beeld dat veel profanen – mensen die niet zijn ingewijd – van de Vrijmetselarij hebben. Dat beeld verschilt ook van obediëntie tot obediëntie. Onze Reguliere Grootloge van België sluit aan bij de traditionele Vrijmetselarij, zoals die nog altijd vanuit Londen wordt uitgedragen. In de wereld zijn we het talrijkst, maar in België zijn we een kleinere vereniging van Vrijmetselaars.

Wij houden ons niet met politiek of met macht bezig en we zijn ook geen atheïsten. Wij geloven in de Opperbouwmeester van het Heelal. Wie of wat dat is, maakt elk van ons voor zichzelf uit. Ik heb mijn leven in de media doorgebracht en ik geloof, bijvoorbeeld, in de Kracht van het Woord. Het staat zowel voor Schoonheid als voor Wijsheid.  Ik zei al dat we de bijbel openplooien bij het evangelie volgens Johannes. ‘Het Woord’, zegt hij, ‘was bij God. Het is leven en dat leven is het licht voor de mensen. Dat licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.’ Voor Johannes was dat woord natuurlijk het woord van de christelijke God. Voor mij gaat het om informatie die het licht laat schijnen in de duisternis.

U begrijpt hieruit al: de Vrijmetselarij is geen serviceclub. Het gaat hier niet om wat je bent, maar om wie je bent. Wij kijken naar de mens, niet naar de maatschappelijke functie of de rol die iemand speelt. Wij zeggen daarom ook regelmatig dat dit een plek is waar mensen elkaar ontmoeten, die elkaar anders nooit zouden hebben gekend. En dat is ook zo. Als ik naar de ledenlijst van Athanor kijk, zie ik zowel ondernemers als ambtenaren, kunstenaars, dokters, advocaten en welzijnswerkers. Mensen uit de upper class en mensen die het soms moeilijk hebben om eindjes aan elkaar te knopen. In de ruimte van deze Tempel zijn ze allemaal gelijk. We noemen elkaar ook allemaal Broeders.

Dat is, opnieuw, niet het beeld dat veel niet-ingewijde mensen van de Vrijmetselarij hebben en het kan ook vreemd klinken voor een organisatie die vasthoudt aan tradities die enkele eeuwen oud zijn. Toch komen alle Broeders die dat wensen, bijvoorbeeld, in aanmerking om de Loge voor te zitten in een bestuur waarover elk jaar opnieuw wordt gestemd en dat permanent ter discussie staat als alle Meesters van de Werkplaats in de Middenkamer bij-eenkomen. Zonder in detail te treden, wordt een Leerling-Vrijmetselaar een jaar na zijn in-wijding Gezel en na twee jaar en het opleveren van een Werkstuk Meester-Vrijmetselaar. De Middenkamer is de plek waar die Meesters beslissen over de werking van de Loge. Dat wil ook zeggen dat iedereen in de Werkplaats dezelfde stem heeft, welke ook zijn sociale afkomst is of zijn plaats op de maatschappelijke ladder.

Dat maakt van de Vrijmetselarij tot op vandaag een bijzondere organisatie. Ze is traditioneel omdat ze vergadert volgens aloude gebruiken, terwijl ze tegelijk ook een voet heeft in de wereld van vandaag. Het bijzondere aan de Vrijmetselarij zoals wij ze kennen, is ook dat ze eigenlijk niets nastreeft voor zichzelf. Ze is geen onderneming en ze is geen belangen-vereniging. Ze biedt mensen een patroon, een structuur waarin ze over zichzelf kunnen nadenken. Dat is wat ik bedoelde toen ik eerder zei dat Vrijmetselaars daadwerkelijk arbeiden. En om nog een keer aan de middeleeuwse gilden te refereren: wij kappen aan onze steen, maar we doen dat natuurlijk niet echt. We doen dat innerlijk. Wie hier binnenkomt, gaat het engagement aan om aan zichzelf te werken. Een belangrijke zin in een van onze ritualen zegt: ‘Ik ben hier om het onedele in mij te vervangen door iets edels. Dat is mijn opus magnum.’ Een zin die overigens weer aan onze athanor doet denken. Maar wij zijn in die zin allemaal zoekende, werkende mensen.

Maar dit is dus nog altijd mijn kijk op Vrijmetselarij. En toch. Vraag aan alle Broeders waarom ze hier zijn en het antwoord zal vaak zijn dat ze zichzelf beter willen leren kennen. De Vrijmetselarij is een pad naar zelfkennis. Ze richt zich tot de individuele mens, waarbij de achterliggende gedachte ook is dat betere mensen samen een betere samenleving maken. De Vrijmetselarij werkt zo door middel van het individu ook aan de groep. Het individu moet nadenken over zichzelf om daarna een beter lid van de gemeenschap te worden. Op elk van ons komt het aan.

Dat neemt niet weg dat er in verband met de Vrijmetselarij zeker ook punten zijn waarover vragen kunnen worden gesteld. Ik wil er twee kort aanraken. Veel mensen storen zich nog altijd aan de beslotenheid van deze organisatie. Ontmoetingen zoals deze zijn niet alledaags. Een vraag is dan: waarom zijn de ledenlijsten van Loges niet openbaar? Waarom is het nodig dat ook de website van deze Werkplaats een besloten deel bevat, dat alleen voor leden toegankelijk is? Veel Vrijmetselaars hebben er geen bezwaar tegen dat hun lidmaatschap bekend wordt. Andere zijn nog altijd bang dat hun lidmaatschap tegen hen kan worden gebruikt. Ze zijn bang voor hun job en hun plek in de profane wereld van niet-ingewijden. Die angst is ook niet helemaal onterecht. De felle anti-maçonnieke repressie in de nazitijd, met de steun van een conservatieve katholieke wereld, heeft lang nagewerkt en werpt soms nog zijn schaduw vooruit. In de wereld van de protestantse kerken is of was de reactie bij lange niet zo eenduidig. Het kan gebeuren dat je hier tijdens het Broedermaal de tafel deelt met één of meer vooraanstaande leden van de Protestantse Kerk van België.

Een tweede vraag die kan worden gesteld, heeft te maken met de vaststelling dat deze organisatie de deur van haar Tempels, behalve op momenten zoals deze, nog altijd dicht houdt voor vrouwen. Er zijn, zoals u weet, obediënties die wel vrouwen toelaten of die zich zelfs uitsluitend tot vrouwen richten. Dat is in onze Reguliere Grootloge niet het geval. Dat heeft met die traditie te maken, die dus teruggaat naar het begin van de 18de eeuw. Laat mij volstaan met te zeggen dat ik het mij niet kan voorstellen dat vrouwen zouden worden uitgesloten  als dit soort organisatie vandaag zou worden opgericht. Als hierover wordt nagedacht, moet dat in alle rust gebeuren want Vrijmetselaars zijn het hierover niet eens. Het heeft geen zin om na al die tijd overhaast onzekerheid te organiseren. Dit wil trouwens niet zeggen dat wij onze partners niet bij onze activiteiten betrekken. We besteden daar zelfs een bijzondere aandacht aan.

Ik kom, om te besluiten, terug bij iets wat ik bij het begin van deze korte uiteenzetting zei over hoe Vrijmetselarij ontstond in een gespleten samenleving. Onze samenleving is vandaag niet minder gepolariseerd dan ze toen was. Kijk naar het hele debat over woke en hoe alle grijs uit het debat is verdwenen. In de manier waarop Republikeinen en Democraten elkaar in Amerika in de haren vliegen is alles nog alleen wit of zwart. Maar ook bij ons luisteren partijen nog nauwelijks naar elkaars argumenten. De Grootmeester van onze obediëntie zei het enkele jaren geleden zo: ‘De Vrijmetselarij kan een verdedigingswal zijn tegen de uitspattingen van een egocentrisch individualisme, een goedkoop populisme en de verwerpelijke predikers van haat en angst.’ Einde citaat. Het is ook mijn gevoel dat een welbegrepen Vrijmetselarij nodig blijft als een plek waar verbondenheid centraal staat. Beschouw dit alstublieft daarom ook als een pleidooi voor nuance.

X

Maar dat zegt dus iets over de plaats van de Vrijmetselarij in de samenleving. Dan blijft die vraag waarom al die mannen de weg naar hun Loge blijven vinden: wat betekent de Vrijmetselarij meer voor de Vrijmetselaar? Voor de mens? Ook in deze tijd dus en waarover chatgpt niets kan zeggen, want het is geen mens. Vindt iedereen hier zijn plek? De waarheid gebiedt om te zeggen dat tot een derde van wie wordt ingewijd na verloop van tijd toch weer afhaakt. En sommigen komen daarna ook weer terug. Het is een kwestie van ingesteldheid en van bereidheid. Wie onlangs op de VRT het programma ‘Durf te vragen’ over Vrijmetselarij zag, hoorde verschillende Vrijmetselaars zeggen dat een bezoek aan de Tempel voor hen altijd een warm bad is. Er is die Broederschap. Ik heb het woord Broeders een paar keer gebruikt, maar ik heb eigenlijk nog niets over de Broederschap gezegd. Dat komt omdat je die Broederschap niet in woorden kunt vatten. Je moet die hele bijzondere band tussen mensen beleven om te weten wat het is.

Athanor 13 mei 2024