De Cubaanse vrijmetselarij is een unieke uiting van universele broederschap binnen een context van kolonialisme, revolutie en autoritaire controle. Hoewel haar oorsprong geworteld is in de Europese logetradities, ontwikkelde ze zich op het Caribische eiland tot een eigenzinnige sociale, politieke en spirituele kracht die tot op heden standhoudt.
Historische wortels en revolutionaire resonantie
De vrijmetselarij vond haar weg naar Cuba in de 18e eeuw via Spaanse en Franse kolonisten. In 1804 werd de eerste loge gesticht in Havana, een mijlpaal in de institutionele vestiging van het gedachtegoed van de Verlichting. Al snel groeide het aantal loges en evolueerden deze tot plekken van intellectuele ontplooiing en maatschappelijke betrokkenheid.
Tijdens de Cubaanse onafhankelijkheidsstrijd tegen Spanje vervulde de vrijmetselarij een opmerkelijke rol. Bekende revolutionairen zoals José Martí en Carlos Manuel de Céspedes waren broeders in de loge. Voor velen was de loge niet alleen een rituele ruimte, maar ook een toevluchtsoord voor politieke reflectie en oppositie. In een tijd waarin repressie de norm was, fungeerden loges als semi-geheime enclaves waar ideeën over vrijheid en gerechtigheid werden gesmeed.
Structuren, rituelen en inclusie
De organisatorische kern van de Cubaanse vrijmetselarij ligt bij de Gran Logia de Cuba, die zowel de Schotse als de Yorkse rituele richtlijnen hanteert. De rituelen zijn rijk aan symboliek, van het universele symbool van de passer en winkelhaak tot allegorische verwijzingen naar morele groei en persoonlijke verlichting. Hoewel het esoterische aspect bewaard blijft binnen de loge, staat broederschap centraal — ongeacht afkomst, religie of politieke kleur.
Wat Cuba onderscheidt van andere vrijmetselarijtradities is haar relatief vroege en open inclusie van Afro-Cubaanse leden. Al in de 19e eeuw speelden zij een actieve rol in loges, vaak op gelijke voet met blanke leden, wat zeldzaam was in een tijd van koloniale en raciale hiërarchie.
Vrijmetselarij in hedendaags Cuba
Na de revolutie van 1959 en de installatie van het communistische regime, leefde de Cubaanse vrijmetselarij in onzekerheid. Desondanks werd zij officieel erkend als een legale organisatie, zij het onder streng toezicht van de staat. Het bestaan van de loge is paradoxaal: een broederschap gebaseerd op vrijheid en individuele ontplooiing in een context waar deze waarden onder druk staan.
Toch blijft de vrijmetselarij actief. Loges organiseren projecten rond educatie, gezondheidszorg en cultureel erfgoed. Historische logegebouwen worden met zorg onderhouden, vaak met beperkte middelen maar veel passie. Je kan eenieder op straat de weg naar het lokale logegebouw vragen; men zal je de weg wijzen. Internationale samenwerking met loges in Latijns-Amerika, Europa en de Verenigde Staten blijft bestaan, hoewel politieke spanningen zoals het Amerikaanse embargo dit soms bemoeilijken.
Slotbeschouwing
De Cubaanse vrijmetselarij is geen relikwie, maar een levende traditie die zich doorheen woelige tijden heeft aangepast en standgehouden. In haar rituelen, symbolen en waarden schuilt een diep menselijk streven naar verlichting, rechtvaardigheid en verbondenheid. In een land waar ideologieën vaak botsen en ruimte voor dissent beperkt is, blijft de loge een plek waar het licht — zij het gedempt — blijft branden.
Weinigen beseffen dat het bekende lied “Guantanamera” maçonniek geïnspireerd is. Er wordt in verwezen naar het gebruik om elke Broeder tijdens de Sint-Jansviering een witte roos mee te geven. De originele tekst van “Guantanamera” is gebaseerd op verzen uit Versos Sencillos van de Cubaanse dichter en vrijheidsstrijder José Martí, en werd muzikaal vormgegeven door Joseíto Fernández.
Yo soy un hombre sincero
De donde crece la palma
Y antes de morirme quiero
Echar mis versos del alma
Guantanamera, guajira guantanamera
Guantanamera, guajira guantanamera
Mi verso es de un verde claro
Y de un carmín encendido
Mi verso es un ciervo herido
Que busca en el monte amparo
Guantanamera, guajira guantanamera
Guantanamera, guajira guantanamera
Cultivo una rosa blanca
En julio como en enero
Para el amigo sincero
Que me da su mano franca
Guantanamera, guajira guantanamera
Guantanamera, guajira guantanamera
Con los pobres de la tierra
Quiero yo mi suerte echar
El arroyo de la sierra
Me complace más que el mar
Guantanamera, guajira guantanamera
Guantanamera, guajira guantanamera
De AL Athanor bracht in 2013 een bezoek aan de Grootloge van Cuba en nam deel aan de Arbeid in een aantal Loges in diverse steden. Men bezocht tevens het Asilo Massonci Llanso een ouderlingentehuis voor Broeders en hun familie. Via een benefietconcert werd 7000,00 EUR ingezameld en geschonken aan dit ouderlingentehuis.